Paniekdeuren maken het voor vluchtende personen gemakkelijker om de deur naar buiten toe te openen, ook als het deurslot vergrendeld is.
Vluchtdeuren worden niet alleen om architectonische redenen met grote ramen ontworpen. In noodgevallen kan het levensreddend zijn als reddingswerkers via het veiligheidsglas het gebouw in kunnen kijken.
En omgekeerd: vluchtende mensen zien wat er achter de vluchtdeur is. En Silatec heeft meer dan 30 beglazingen die voor inbraakwerende vluchtdeuren zijn gecertificeerd conform DIN EN 1627/1630. Want er mag geen enkel ander glas worden geplaatst: een P4A-beglazing, P5A-glas, of 8mm polycarbonaat volstaat niet!
Traditioneel gepantserd glas bestaat uit meerdere glasplaten die met elkaar zijn verbonden. Hoe dikker deze glasplaten zijn, hoe sterker de constructie wordt. Maar ook dikker, zwaarder en groener getint. Bij SILATEC veiligheidsglas is dat niet het geval. Het is dun, licht en heeft geen groenige tint. Het superieure beveiligingsvoordeel van onze inbraakwerende ruiten is het resultaat van het SILATEC-principe:
van buiten glas, in de kern extreem resistent en uiterst transparante kunststoffen. Ons inbraakwerend glas wordt ruit voor ruit, precies op maat voor u geproduceerd. Omdat het bijzonder licht en dun is, kunnen er op de montage kosten worden bespaard. Deuren en ramen zijn gemakkelijk te openen – ook door de vrouw des huizes.
| Weerstandsklasse van inbraakwerende vluchtdeuren | Beglazing voor inbraakwerende vluchtdeuren die aan de wettelijke voorschriften voldoen, zijn gecertificeerd conform DIN EN 1626/1630. |
|---|---|
| RC2 | SILATEC RC2 panic |
| RC3 | SILATEC RC3 panic |
| RC4 | SILATEC RC4 panic |
| Standaard niet toegestaan | |
 P1A - P5A-glasB6B - P8B-glas 8 mm polycarbonaat | |
| Type | Naam | Afmetingen max. [mm] | Dikte [mm] | Gewicht [kg/m2] | U* [W/m2K] | & | TL* [%] | g* [%] | Rw [dB] | Opties | Tc | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AS | AW | Sus | |||||||||||
| RC2 panic | |||||||||||||
| mono | SILATEC RC2 panic 16/29 | 1600 x 3000 | 16 | 29 | 4,7 | 40 1) | • | ||||||
| mono EI 30 | SILATEC RC2 panic 27/55 EI30 | 1400 x 3000 | 27 | 54 | 4,5 | 41 3) | |||||||
| mono EI 60 | SILATEC RC2 panic 35/75 EI60 | 1400 x 3000 | 35 | 74 | 4,3 | 42 | |||||||
| mono EI 90 | SILATEC RC2 panic 49/106 EI90 | 1400 x 2850 | 49 | 105 | 4,1 | 44 | |||||||
| i2 | SILATEC RC2 panic 32/44 i2 | 1600 x 3000 | 32 | 44 | 1,0 (Kr) 1,1 (Ar) | 41 3) | • | • | • | ||||
| i2 EI 30 | SILATEC RC2 panic 46/76 EI30 i2 | 1400 x 3000 | 46 | 76 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 42 3) | • | • | |||||
| i2 EI 60 | SILATEC RC2 panic 55/95 EI60 i2 | 1400 x 3000 | 55 | 95 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 43 3) | • | • | |||||
| i2 EI 90 | SILATEC RC2 panic 68/127 EI90 i2 | 1400 x 2850 | 68 – 127 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 45 3) | • | • | ||||||
| i3 | SILATEC RC2 panic 44/59 i3 | 1600 x 3000 | 44 | 59 | 0,6 (Kr) 0,9 (Ar) | 43 3) | • | • | • | ||||
| RC3 panic | |||||||||||||
| mono | SILATEC RC3 panic 28/53 | 2000 x 3000 | 28 | 53 | 4,2 | 42 1) | • | ||||||
| mono BR4-NS | SILATEC RC3 panic BR4-NS 33/56 | 2000 x 3000 | 34 | 59 | 4,2 | 42 1) | • | • | |||||
| mono EI 30 | SILATEC RC3 panic 38/75 EI30 | 1400 x 3000 | 38 | 75 | 4,0 | 43 3) | |||||||
| SILATEC RC3 panic 38/75 EI30 | 1400 x 3000 | 38 | 75 | 4,0 | 43 3) | ||||||||
| mono EI 60 | SILATEC RC3 panic 46/95 EI60 | 1400 x 3000 | 46 | 95 | 3,9 | 44 3) | |||||||
| mono EI 90 | SILATEC RC3 panic 59/126 EI90 | 1400 x 2850 | 59 | 126 | 3,8 | 46 3) | |||||||
| i2 | SILATEC RC3 panic 38/59 i2 | 2000 x 3000 | 38 | 59 | 1,1 (Kr) 1,6 (Ar) | 42 1) | • | • | • | ||||
| SILATEC RC3 panic 44/68 i2 | 2000 x 3000 | 44 | 68 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 43 1) | • | • | • | |||||
| i2 BR4-NS | SILATEC RC3 panic BR4-NS 50/74 i2 | 2000 x 3000 | 50 | 74 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 43 1) | • | • | • | • | |||
| i2 EI 30 | SILATEC RC3 panic 57/97 EI30 i2 | 1400 x 3000 | 57 | 97 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 44 3) | • | • | |||||
| i2 EI 60 | SILATEC RC3 panic 66/116 EI60 i2 | 1400 x 3000 | 66 | 116 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 45 3) | • | • | |||||
| i2 EI 90 | SILATEC RC3 panic 79/148 EI90 i2 | 1400 x 2850 | 79 | 148 | 1,0 (Kr) 1,3 (Ar) | 45 3) | • | • | |||||
| i3 | SILATEC RC3 panic 56/83 i3 | 2000 x 3000 | 56 | 83 | 0,6 (Kr) 0,9 (Ar) | 45 1) | • | • | • | ||||
| i3 BR4-NS | SILATEC RC3 panic BR4-NS 62/89 i3 | 2000 x 3000 | 62 | 89 | 0,6 (Kr) 0,9 (Ar) | 45 1) | • | • | • | • | |||
| RC4 panic D | |||||||||||||
| mono | SILATEC RC4 panic D 41/69 | 2000 x 3000 | 40 | 69 | 3,5 | 44 3) | • | ||||||
| mono BR4-NS | SILATEC RC4 panic D BR4-NS 46/75 | 2000 x 3000 | 46 | 75 | 3,5 | 44 3) | • | • | |||||
| mono EI 30 | SILATEC RC4 panic D 51/94 EI 30 | 1400 x 3000 | 51 | 94 | 3,5 | 45 3) | |||||||
| mono EI 60 | SILATEC RC4 panic D 60/114 EI 60 | 1400 x 3000 | 59 | 114 | 3,5 | 45 3) | |||||||
| mono EI 90 | SILATEC RC4 panic D 74/145 EI 90 | 1400 x 2850 | 73 | 145 | 3,5 | 46 3) | |||||||
| i2 | SILATEC RC4 panic D 54/83 i2 | 2000 x 3000 | 54 | 83 | 1,0 (Kr) 1,4 (Ar) | 44 3) | • | • | • | ||||
| i2 BR4-NS | SILATEC RC4 panic D BR4-NS 60/90 i2 | 2000 x 3000 | 60 | 90 | 1,0 (Kr) 1,4 (Ar) | 44 3) | • | • | • | • | |||
| i2 EI 30 | SILATEC RC4 panic D 69/116 EI 30 i2 | 1400 x 3000 | 68 | 116 | 1,0 (Kr) 1,4 (Ar) | 45 3) | • | • | |||||
| i2 EI 60 | SILATEC RC4 panic D 77/78 EI 60 i2 | 1400 x 1400 | 77 | 135 | 1,0 (Kr) 1,4 (Ar) | 45 3) | • | • | |||||
| i2 EI 90 | SILATEC RC4 panic D 91/167 EI 90 i2 | 1400 x 2850 | 90 | 167 | 1,0 (Kr) 1,4 (Ar) | 46 3) | • | • | |||||
| i3 | SILATEC RC4 panic D 69/99 i3 | 2000 x 3000 | 68 | 99 | 0,6 (Kr) 0,9 (Ar) | 46 3) | • | • | • | ||||
| (mm) (kg/m2) | Deze zijn afhankelijk van de grootte van de ruit, belastingen (bijv. wind), maar ook richtlijnen en voorschriften. |
| enkel, i2, i3 | enkelglas, dubbelglas, tripleglas |
| U | Warmtedoorgangscoëfficiënt. Hoe lager de waarde, hoe beter de isolatie. |
| Kr | Krypton |
| Ar | Argon |
| TL | Lichtdoorlatendheid Hoe hoger de waarde, hoe meer licht wordt doorgelaten. |
| g | Totale energiedoorlaatbaarheid. Hoe lager de waarde, hoe minder energie wordt doorgelaten. |
| Rw | Geluidsisolatiewaarde. Hoe hoger de waarde, hoe beter de geluidsisolatie. De vermelde waarden hebben betrekking op een vulling met krypton. |
| AS | Alarmlus. Zichtbaar of onzichtbaar. |
| AW | Alarmdraad |
| SuS | Zonnebeschermingslaag |
1) | Testcertificaat |
Certificering RC2 en RC3:
De geteste constructies van gelaagde glas voldoen aan de eisen betreffende het bieden van weerstand tegen handmatige inbraakpogingen (aanval op het oppervlak van paniekbeglazing) in de weerstandsklassen RC2 en RC3 volgens EN 1627/1630 voor de toepassing in deurelementen van vlucht- en reddingswegen. Daarnaast voldoen ze ten minste aan de eisen van weerstandsklasse P6B volgens EN 356. (Dit kan de beproeving van het systeem niet vervangen).
Certificering RC4 D:
De geteste opbouw van gelaagd glas werd getest op basis van de beproevingseisen van weerstandsklasse RC4 in overeenstemming met DIN EN 1627/1630. Het voorkomt dat er gedurende de gespecificeerde weerstandstijd een vierkante opening kan worden gemaakt met een zijlengte van 120 mm, waar je met een hand doorheen kunt. De aan de binnenzijde te bedienen elementen moeten zodanig zijn geplaatst en beveiligd dat ze niet met het in de norm gespecificeerde gereedschap door de opening in het glas kunnen worden bereikt en bediend. De glasconstructie voldoet aan weerstandsklasse P8B volgens EN 356 en EH3 volgens VdS Schadenverhütung. (Dit kan de beproeving van het systeem niet vervangen).
Brandwerend:
de combinatie van brandveiligheid en paniekbeglazing is een speciale objectspecifieke oplossing. Er is geen algemene bouwinspectie die de brandveiligheid bevestigt. Daarom is in het afzonderlijke geval de goedkeuring van de verantwoordelijke officiële instantie van het hele systeem, d.w.z. glas, kozijn en de verbinding met het gebouw vereist. Het brandwerende glas bevindt zich meestal aan de aanvalszijde. Dat resulteert in een asymmetrische opbouw van het glas. De montagerichting moet met de verantwoordelijke instantie worden overeengekomen.
Alle waarden zijn onderhevig aan de gebruikelijke toleranties. Onze speciale beglazingsrichtlijn moet worden aangehouden.
In dit assortiment tonen we onze gangbare producten. Daarnaast produceren wij ook maatwerkoplossingen. Vraag het ons gerust.
Wij behouden ons het recht voor om technische gegevens, het assortiment en onze instructies aan te passen. Bij alle toepassingen moeten wettelijke voorschriften worden toegepast. Ook moeten onze speciale beglazingsrichtlijnen in acht worden genomen, anders vervalt de garantie.
Neem in geval van twijfel contact met ons op.
In de praktijk kunnen bepaalde trefwoorden in offertes of aanbestedingen u aanvullende informatie geven over de toepassing van anti-paniekglas:
Inbraakwerende paniekbeglazing is beglazing voor paniekdeuren, om precies te zijn, de deur van vlucht- en reddingswegen met inbraakwerende eigenschappen.
Deze deuren zijn voorzien van speciaal daarvoor ontworpen beslag volgens DIN EN 179 of DIN EN 1125. In panieksituaties zorgt dit beslag ervoor dat vluchtende personen de deur in de vluchtrichting kunnen openen, ongeacht het feit of het deurslot vergrendeld is of niet.
Paniekbeslag:
Het paniekbeslag is een gangbare deurkruk of drukknop volgens DIN EN 179. Dit wordt toegepast in gebouwen die niet publiek toegankelijk zijn en waar mensen die ter plaatse bekend zijn de werking van de vluchtdeuren kennen.
Er wordt conform DIN EN 1125 ook een paniekbeslag gebruikt in de vorm van een horizontale bedieningsstang. Dit wordt toegepast in gebouwen die publiek toegankelijk zijn en waar mensen die ter plaatse niet bekend zijn en de werking van de vluchtdeuren niet kennen.
DIN EN 1627:
Deze norm specificeert de eisen en de classificatie van de inbraakwerende eigenschappen van o.a. deurelementen.
Men onderscheidt daarin zes weerstandsklassen van RC1 tot RC6. De oude aanduidingen “WK” zijn niet meer geldig. De beproevingsmethode is gewijzigd.
RC2:
Gereedschapsset: A2 (in aanvulling op gereedschapsset A1)
Weerstandstijd: 3 min
max. Totale testtijd: 15 min
Type dader: gelegenheidsdader
Het gedrag van de dader: hij probeert daarnaast met eenvoudig gereedschap de deur open te breken.
RC3:
Gereedschapsset: A3 (in aanvulling op gereedschapsset A2)
Weerstandstijd: 5 min
max. Totale testtijd: 20 min
type dader:dader die op de gebruikelijke manier te werk gaat
Gedrag dader: hij probeert daarnaast de deur met een tweede schroevendraaier en een koevoet open te breken en maakt gebruik van een handboor.
RC4:
Gereedschapsset: A4 (in aanvulling op gereedschapsset A3)
Weerstandstijd: 10 min
max. Totale testtijd: 30 min
Type dader: ervaren dader (georganiseerd)
Het gedrag van de dader: hij gebruikt ook zaag- en slaggereedschap, beitels en accuboormachines.
Deze beglazing is onder punt “5 vullingen” in tabel 1 met de specificatie van minimumvereisten weegegeven. Conform de norm wordt het glasoppervlak bij systeemtesten niet beschadigd en kan er inbraakwerende beglazing conform EN 356 worden toegepast ... tenzij het een paniekdeur is!
De nationale bijlage NA.10 bevat informatie over deuren van vlucht- en reddingswegen.
Citaat: “…. Steeds vaker worden er aan deuren van vlucht- en reddingswegen inbraakwerende eisen gesteld. Bij deuren van vlucht- en reddingswegen worden er hogere eisen gesteld aan de opbouw (glas of paneel), de constructie en de planning van de montage. In principe kunnen “inbraakwerende vluchtdeuren”, rekening houdend met essentiële details van de constructie, worden gerealiseerd, althans in weerstandsklassen 2 en 3. Behalve de bekende inbraakwerende eigenschappen dient men bij inbraakwerende deuren van vlucht- en reddingswegen rekening te houden met de volgende aspecten:
… De eisen zoals gespecificeerd in DIN EN 1627 zijn voldoen niet voor deuren met beglazing. Ook in een conform DIN EN 356 gecertificeerde doorbraakwerende beglazing kan al in een zeer korte tijd een kleine opening worden geslagen om vervolgens de drukknop of klink doelgericht te manipuleren. Hier heeft het gebruik van polycarbonaat beglazing zich bij de tests bewezen ... ”
Waarom worden er aan het glas van anti-paniekdeuren bijzondere eisen gesteld resp. waarom volstaat samengesteld veiligheidsglas van de klassen P4A of P5A niet?
De test van de glasplaten en het hele systeem conform EN 1627 resp. de daaropvolgende norm EN 1630 wordt uitgevoerd met in de norm gedefinieerd gereedschap. Het doel daarvan is om een kleine opening in de glasopbouw te maken waardoor het paniekbeslag kan worden gemanipuleerd. De test wordt handmatig door ervaren testers uitgevoerd.
De gespecificeerde tijd die er met de gespecificeerde gereedschapsset nodig is om de gewenste opening te creëren, is de maatstaf voor de weerstandsklasse
De test van de glasplaten volgens EN 356 wordt daarentegen op een compleet andere manier uitgevoerd. In de slagvaste weerstandsklassen (P1A tot P5A) laat men een stalen kogel meerdere keren op de ruit vallen en mag deze niet door het glas heenkomen.
De inbraakwerende weerstandsklassen P6B tot P8B worden met een bijl getest. Het aantal slagen dat er nodig is om een zogenaamde instapopening van 40 x 40 cm is doorslaggevend voor de weerstandsklasse.
Een beglazing conform EN 356 kan bij de test van paniekdeuren conform DIN EN 1627 / 1630 na korte tijd doorgebroken zijn. Daardoor kan het paniekbeslag aan de binnenzijde worden bediend en kan de deur worden geopend.
Daarom mag een dergelijke beglazing daarvoor niet worden gebruikt. Polycarbonaat 8 mm mag hiervoor ook niet standaard worden gebruikt.
→ Let erop dat het glas conform DIN EN 1627/1630 is getest en gecertificeerd!
SILATEC beglazingen voor vluchtdeuren voldoen aan deze hoge eisen en zijn daarbij extreem dun en licht. Daardoor kunnen ze optimaal in deursystemen worden geïntegreerd.
